Verzadigde vetten werden inderdaad als slecht bestempeld maar uit recenter onderzoek blijkt dat dit te simplistisch gesteld was. Zo lijken verzadigde vetten uit bijvoorbeeld bewerkt rood vlees en boter een negatiever effect te hebben op het risico van hart- en vaatziekten, terwijl verzadigde vetten uit voedingsmiddelen zoals vis, yoghurt en kaas dit risico mogelijk juist verlagen.
De aandacht verschuift dan ook van verzadigde vetten naar snelle koolhydraten als een belangrijke oorzaak van diverse gezondheidsproblemen. Verzadigde vetten vervullen bovendien belangrijke functies in het lichaam, zoals het leveren van energie, het transporteren van vetoplosbare vitamines (A, D, E en K) en het ondersteunen van de hormonale balans.
Ondanks deze genuanceerdere inzichten blijft de algemene aanbeveling om minder dan 10% van de dagelijkse calorieën uit verzadigd vet te halen, en deze zoveel mogelijk te vervangen door onverzadigde vetten. Bewerkt voedsel is vaak een belangrijke bron van verzadigde vetten. Denk hierbij aan koek, gebak, snacks, fastfood en kant-en-klaarmaaltijden. Op het etiket van deze voedingsmiddelen kun je de hoeveelheid verzadigd vet terugvinden. Vet vlees en vleeswaren bevatten eveneens veel verzadigd vet. Magere vleessoorten zoals kipfilet, kalkoenfilet, tartaar en rosbief zijn gezondere alternatieven. Ook is olijfolie doorgaans een betere keuze dan margarine.
Goede bronnen van onverzadigde vetten zijn:
- Plantaardige oliën.
- Noten en zaden.
- Vette vis.
- Avocado’s.
