Er worden steeds meer producten aangeprezen met extra proteïne. Proteïnesupplementen zoals shakes, repen en poeders zijn mainstream geworden. Marketing speelt hierin een grote rol, met claims over spieropbouw, herstel en gewichtsbeheersing. Toch heeft niet iedereen extra proteïne nodig, en de hype kan soms overdreven verwachtingen scheppen.
‘Proteïne’ is een hippe term voor eiwitten. Vooral onder jongeren is het een buzzword geworden in de context van lifestyle en gezondheid. Er zijn echter wel degelijk groepen die baat kunnen hebben bij een hogere eiwitinname:
- Sporters: Krachtsporters en duursporters hebben 1,2–2,0 g eiwit per kg lichaamsgewicht nodig voor spierherstel en -opbouw.
- Ouderen: Om spierverlies tegen te gaan, is 1,0–1,5 g/kg ideaal.
- Mensen die afvallen: Eiwitten zorgen voor een verzadigd gevoel en helpen spiermassa behouden tijdens een caloriebeperkt dieet (1,2–1,6 g/kg).
- Vegetariërs/veganisten: Plantaardige diëten bevatten soms minder eiwitten of missen essentiële aminozuren. Extra inname kan tekorten helpen voorkomen.
- Medische situaties: Patiënten in herstel, bijvoorbeeld na een operatie of met doorligwonden, hebben vaak een verhoogde eiwitbehoefte.
Veel proteïnepoeders zijn plantaardig, maar missen soms bepaalde essentiële aminozuren. Blends van bijvoorbeeld erwten- en rijsteiwit of producten met toegevoegde aminozuren bieden vaak een compleet aminozuurprofiel.
Voor de meeste gezonde, matig actieve mensen is de aanbevolen hoeveelheid eiwitten (0,8 g/kg lichaamsgewicht) eenvoudig te halen via gewone voeding, zoals vlees, vis, eieren, zuivel en peulvruchten. Extra proteïne is dan ook vaak overbodig en teveel kan in zeldzame gevallen (bij bestaande aandoeningen) de nieren belasten.
